hoejeinjemoedergroeide
Het begon allemaal met één cel van je moeder en één cel van je vader, die samen kwamen en zich tot één (bevruchte) cel vormden. Zie Hoe je bent gemaakt.
Celdeling
Deze bevruchte cel ging op weg naar de baarmoeder en deelde zich daarbij enkele malen in tweeën. Dit heet celdeling. Celdeling is het principe van het leven. Alle levende dingen in de wereld bestaan uit cellen die zich kunnen delen. De eenvoudigste levensvormen, zoals bacteriën, bestaan uit slechts één cel. Mensen bestaan uit heel veel verschillende cellen. Haarcellen zijn anders dan huidcellen en spiercellen zijn anders dan vetcellen. Maar alle cellen waar jij uit bestaat begonnen met die ene bevruchte cel.
Embryo
Na ongeveer zeven dagen kwam je in de baarmoeder terecht. Er hadden toen ongeveer acht celdelingen plaatsgevonden en je bestond toen uit een paar honderd cellen. Samen waren die nog steeds erg klein, kleiner dan een speldenknop. Het celdelen ging alsmaar door en na een paar weken spreken we van een embryo. Je was toen nog maar een paar millimeter groot en je leek sprekend op de embryo’s van andere dieren. De cellen van het embryo waren toen al van elkaar verschillend. Sommige cellen werden botten, andere nagels, organen of huid.
Foetus 
Na twee maanden was je uitgegroeid tot een lengte van enkele centimeters. Vanaf dat moment spreken we van een foetus. Na vier maanden was te zien of de foetus een jongen of meisje zou worden. Na zes maanden begon de foetus echt al een beetje op een baby te lijken. Je woog toen ongeveer 1000 gram, maar je was nog niet klaar om geboren te worden. Je longen waren nog niet helemaal volgroeid en alles was nog heel kwetsbaar. Pas drie maanden later was je klaar om geboren te worden.