seksverslaafd?

George is een aardige jongeman van 31 jaar. Hij komt bij ons met het idee dat hij seksverslaafd is. Hij zit daar erg over in. Is er wat aan te doen?

Je bent seksverslaafd!

seksverslaafd?George vertelt dat hij altijd veel van seks heeft gehouden. Toen hij zijn huidige vrouw twee jaar geleden leerde kennen was zij 26. Hij was smoorverliefd op haar en zij ook op hem. Ze zagen elkaar in die tijd maar een of twee keer in de week, en dan was het altijd heerlijk om te vrijen. Na een half jaar besloten ze samen te gaan wonen. Al gauw merkte hij dat zij toch niet zo vaak in de stemming was als hij.
“Ik kan het wel drie keer per dag en zij had aan een of twee keer in de week wel genoeg. We hebben daar toen over gepraat, en toen hebben we een compromis gesloten. We zouden het elke dag 1 keer doen. Dat ging een paar maanden goed, maar toen raakte ze zwanger en toen werd het natuurlijk al gauw minder. Nu is het alweer een half jaar na de bevalling en het blijft me dwarszitten dat ik zo weinig seks krijg. Ik ga er dan de hele dag aan lopen denken en probeer haar steeds in de stemming te brengen. Ik heb er wel eens om gesmeekt. Zo van: “Alsjeblieft, laat me nou een keertje!” Zo’n zin had ik dan in haar. Ze gaf wel eens toe, maar achteraf had ik dan een vervelend gevoel omdat het niet van twee kanten kwam.
Zij vindt 1 keer per dag te veel, zegt ze. Op een gegeven moment heeft ze uitgeflapt: “Je moet hulp gaan zoeken, want zo kan het niet doorgaan. Het is niet normaal zo vaak als jij wilt. Je bent seksverslaafd!”
En zo komt hij met de vraag of hij geholpen kan worden om van zijn seksverslaving af te komen. Zijn daar therapieën voor? Of kan het met medicijnen?

Seksverslaving of ongelijke verlangens?

Wij beginnen met tegen George te zeggen dat het onjuist is om te denken dat hij seksverslaafd is. De situatie is wel vervelend, maar dat komt niet doordat hij seksverslaafd is maar doordat de seksuele verlangens van hem en zijn vrouw ongelijk lopen. Als de een het elke dag wel drie keer wil en de ander misschien maar één keer per week, dan roept dat spanningen op, tenminste als hij haar steeds met zijn verlangen confronteert en zij zich steeds meer onder druk gezet voelt.
De reden waarom we hier niet spreken van seksverslaving is heel eenvoudig. Als zij net zo vaak zou willen als hij (of hij net zo weinig als zij), zouden ze niet op de gedachte komen dat hij seksverslaafd is.

Wanneer spreken we van seksverslaving?

Seksverslaving is op dezelfde manier te beschrijven als verslaving aan roken, drinken, gokken, eten, schoonmaken, televisiekijken, geld verdienen, wiskunde, sporten, enzovoort. Die hebben allemaal twee kenmerken gemeen:
1. Subjectief: Je hebt zelf het gevoel dat je een ‘slaaf’ bent van iets wat je eigenlijk niet wilt. Je vindt dat je het te veel doet maar je kunt het niet laten. Je voelt je gedeprimeerd nadat je aan de behoefte hebt toegegeven, soms na elke keer, soms na een tijdje. Je wilt jezelf het liefst bevrijden van de gewoonte, helemaal afkicken of de frequentie tenminste drastisch verminderen.
2. Objectief: er is een duidelijk aantoonbaar verband tussen je voortdurend bezig zijn met seks en nadelige gevolgen ervan voor je welbevinden, gezondheid, je werk, of je omgang met anderen.
Seksverslaving kan dus op het eerste gezicht precies zo gedefinieerd worden als andere verslavingen: er is een gevoel van ‘slaaf’ zijn en er zijn nadelige of schadelijke gevolgen van het verslaafde gedrag.

De beleving van seksverslaving

In de praktijk ligt het ingewikkelder, door de invloed van heersende opvattingen en vanwege persoonlijke verschillen. Iemand die priester wil worden kan zich al verslaafd voelen als hij af en toe een natte droom heeft. Honderd jaar geleden voelde bijna iedereen zich seksverslaafd omdat men aan zelfbevlekking deed. Vooral vrouwen zochten toen hulp omdat ze dachten dat ze seksverslaafd (‘nymfomaan’) waren. Op dit moment zijn het vooral mannen die geneigd zijn van zichzelf te denken dat ze verslaafd zijn omdat ze iets doen wat verboden is of wat een ander ‘te veel‘ vindt.
Maar het omgekeerde lijkt ook te bestaan: sommigen zijn de hele dag met seks bezig en vormen een last voor hun omgeving, maar zien zichzelf absoluut niet als verslaafd. Hennie, een jonge vrouw van 27, vertelt ons het volgende:

Mijn man is seksverslaafd

“Mijn man heeft op zijn werk bijna constant de computer aan op zoek naar contacten, chatgirls, porno, enzovoort. Hij begint er nu ook over dat hij alles voor mijn zusje zou willen doen en hij wil zelfs seks met een man. De seks die wij hebben, zeg maar gewoon in bed, moet altijd met het vertellen van fantasieën en die moeten steeds extremer, anders krijgt hij hem niet meer stijf. Hij wil dat ik dingen doe die ik niet wil zoals poep- en plassex, hij wil gewoon de macht over mij hebben.
We spreken weleens af met andere mensen om iets spannends te doen, maar hij wil nu liefst elke dag, en ik wil ook weleens rustig op de bank hangen na een vermoeiende dag.
Ik kan dus wel zeggen dat mijn man seksverslaafd is. Zelf ontkent hij dit uiteraard. Maar we hebben ooit een test ingevuld op de site ‘seksverslaving’ en daar kwam toen al uit dat hij hulp nodig had.
Mijn vraag is: kunnen jullie mij helpen met het probleem dat wij hebben? Wat moet er gebeuren om hem tot inkeer te brengen, want ik weet dat ik niet zo heel lang meer kan doorgaan.”

Therapie en seksverslaving

Een test doen op de site ‘seksverslaving’ raden wij niemand aan. In feite gaat het hier om hetzelfde als bij George. Twee mensen trouwen en verwachten dat ze alles samen zullen doen, vooral de seks. Sommige mannen denken dat hun vrouw elk moment tot hun beschikking zal staan: daarom zijn ze immers getrouwd. Hun echtgenotes voelen zich daardoor onder druk gezet, als object gebruikt.
De meeste mensen die gehuwd blijven, passen zich zo goed en zo kwaad mogelijk aan. Wie vaker zin heeft dan de ander masturbeert, bezoekt een prostituee of zoekt er een vriend(in) bij. Dit laatste ligt voor veel mensen erg moeilijk, terwijl het juist de mooiste oplossing zou kunnen zijn.
De seksuoloog probeert in deze belangenstrijd tussen twee partners zo goed mogelijk de communicatie te herstellen. Soms lukt dat, soms niet. De behandeling moet cliënten praktische vaardigheden bijbrengen om het beste uit zo’n situatie te halen. Dat betekent in ieder geval niet zomaar aannemen dat de man seksverslaafd is en daar medicijnen tegen voorschrijven. De meeste Nederlandse seksuologen doen dat ook niet