toenamesoa

toename soaHet aantal besmettingen met seksueel overdraagbare aandoeningen (soa) is de laatste jaren weer stijgende (hoewel de cijfers in sommige kranten, zoals altijd, worden overdreven). Opvallend is dat de toename van soa (geslachtsziekten) ook in westerse landen plaatsvindt. De conclusie die algemeen wordt getrokken is dat jongeren niet veilig genoeg vrijen.

En dat terwijl miljoenen zijn uitgegeven aan campagnes voor veilig vrijen. En bovendien voldoen die campagnes, althans in Nederland, aan bepaalde moderne eisen die aan voorlichting worden gesteld. Die eisen zijn: duidelijke informatie, niet-moralistisch taalgebruik, stimuleren van positief gedrag en een positief zelfbeeld van de jongere, eigentijdse vormgeving. Iedereen kent de slogan: ‘Ik vrij veilig of ik vrij niet’, waarbij met name aan het beeld van zelfstandigheid van meisjes wordt geappelleerd.

Positief effect soa campagnes toename soa

Hebben die campagnes nu effect gehad of niet? Ja en nee. Ja, omdat er inderdaad door grote groepen mensen veiliger geneukt wordt (we gebruiken dit woord hier expres, zie ook verderop), wat blijkt uit de aanzienlijke verkoop van condooms en de toegenomen seksuele activiteit. Als de campagnes er niet waren geweest, zo veronderstellen we, zou het aantal gevallen veel groter geweest zijn.
In de ogen van sommigen is deze veronderstelling niet juist. Zij stellen dat de campagnes juist medeoorzaak zijn van de toename van geslachtsziekten. In de campagnes wordt namelijk het hebben van seks (sex) voor het huwelijk als normaal voorgesteld. Daardoor neigen jongeren ertoe aan seks (sex) te doen hoewel ze daar eigenlijk nog niet aan toe zijn. Deze zienswijze komt uit de orthodox-religieuze hoek, waar men seks (sex) voor het huwelijk afkeurt. Helaas is de theorie van onthouding voor het huwelijk (waar overigens veel steun voor is bij de jonge jongeren) in onze wereld nog minder succesvol in de strijd tegen soa dan de voorlichtingscampagnes. Dit valt aan te tonen door culturen met elkaar te vergelijken.

Negatief effect soa campagnes

Nee, de campagnes hebben ook geen effect gehad, omdat ze op zichzelf staan, dus los van andere seksuele informatie, zoals die over vrijen. Vrijen is voor veel jongeren geen vanzelfsprekende vaardigheid. Daardoor komen ze eerder tot ongecontroleerde geslachtsgemeenschap. De campagnes gebruiken wel het woord ‘vrijen’, maar verstaan daaronder eigenlijk geslachtsgemeenschap of seks (sex) (neuken). Door het vrijen verder onbesproken te laten, versterken de campagnes dus het onduidelijke gevoel dat al volop bij de doelgroep aanwezig is. Van nature is die al min of meer geprogrammeerd tot geslachtsgemeenschap, die tegelijk begeerlijk, mysterieus en angstaanjagend is. De geslachtsgemeenschap wordt niet gepland (dat strookt ook niet met de heftige emotionaliteit van een romantische relatie) en zo komt het er dan ‘als vanzelf’ van.
De campagnes hebben nog een kenmerk waardoor ze wellicht minder effect sorteren dan zou kunnen, namelijk dat ze ondanks de schijn van het tegendeel een aantal moralistische trekjes behouden. De doelgroep wordt bijvoorbeeld voorgehouden dat er een verband bestaat tussenpromiscuïteit en soa, een idee dat zijn oorsprong vindt in de gedachte dat ziekten straffen voor zonde zijn. Door de monogame relatie te propaganderen, wordt het bovenbeschreven gedrag van jongeren versterkt, omdat dat immers ook samenhangt met de sfeer van angst, gevaar, ziekten die met ‘seks’ samengaan.
Een heel andere factor is dat jongeren nu eenmaal geneigd zijn adviezen van ouderen in de wind te slaan. Een aantal van hen zal zeker extra risicogedrag vertonen, zoals ze ook op andere terreinen doen.
Tot slot wil de NVSH wijzen op een algemene verslechtering van het seksuele klimaat, die na de jaren zeventig is ingezet. De seksuele voorlichting heeft daaronder geleden. Een standaard voorlichtingsboek als ‘Jongen en meisje/man en vrouw’ verdween bijvoorbeeld uit de handel. De zedenpaniek rond het onderwerp ‘kinderen en seks’ heeft de voorlichting en vorming van kinderen en jongeren ook geen goed gedaan. Door de associatie van seks (sex) met geweld in de cultuur is er veel agressie bijgekomen en tolerantie van seks (sex) verdwenen. Dit heeft ook een algemeen negatief effect op preventie.
Kort samengevat: voor een verbetering van de situatie met betrekking tot de preventie van soa moet de seksuele voorlichting en vorming veel positiever en systematischer vorm krijgen in onderwijs en opvoeding. Op dit moment zijn de condities daarvoor niet zo gunstig. De NVSH blijft nodig!

Artikel lezen in andere taal?

Duits

Frans

Spaans