bevolkingsgroei

bevolkingsgroei

Als bestaande trends zich voortzetten, zullen er over 40 jaar 9 miljard mensen op aarde wonen. Die voorspelling laat buiten beschouwing dat er een grootschalige catastrofe kan plaatsvinden, zoals de inslag van een grote meteoriet of een andere ramp waardoor het overgrote deel van de mensen zou sterven.

Wat verder te voorspellen valt is dat het grootste deel van die wereldbevolking in stedelijke gebieden woont, dat daarvan meer dan 25 % procent in sloppenwijken leeft, in Azië, Afrika en Zuid- en Midden-Amerika. Er zullen voor velen onvoldoende middelen van bestaan zijn, onvoldoende toegang tot zoet water. De gezondheidszorg zal in grote delen van de wereld beperkt zijn tot een minimum of ontbreken, sociale zekerheid zal zeker geringer zijn dan nu. De helft van de wereld zal verstoken zijn van behoorlijk seculier onderwijs, politieke inspraak en individuele vrijheid en welvaart. Spanningen in de wereld als gevolg van stammenoorlogen en vluchtelingenstromen, klimaatverandering en globalisering zullen sterk toenemen. Wat voor rampen daar weer uit zullen voortkomen is een vraag voor de voorspellers van dat moment. Veertig jaar is niet veel, dus als deze voorspelling klopt, kan het daarna best nog wat erger worden.

Nadenken over bevolkingsgroei over bevolkingsgroei

Omdat wij dit alles nu al zien aankomen, moeten we nadenken over maatregelen. Kunnen we voorkomen dat de huidige wereldbevolking zal verdubbelen? Veel politieke of maatschappelijke energie wordt niet gestoken in het beantwoorden van deze vraag. De politiek staat onder druk om maatregelen te nemen, niet om na te denken. Men is al blij met een internationaal verdrag ter beperking van enkele van de gevolgen van de bevolkingsomvang, zoals de uitstoot van broeikasgassen en zwavel, het kappen van bossen, het uitsterven van soorten. Met veel moeite is daar naartoe gewerkt en het resultaat is altijd minder dan de voorstanders hoopten en meer dan de tegenstanders wilden.
De indruk wordt wel eens gewekt dat alleen arme landen overbevolkt zijn en alleen rijke landen vervuilers, maar het bevolkingsprobleem raakt alle landen in de wereld omdat de gevolgen ervan overal optreden. Het is een typisch mondiaal probleem.

Bevolkingsgroei en vervuiling

vervuilingEr is een duidelijk verband tussen bevolking en milieu. Alle soorten kunnen bevolkingsexplosies doormaken die grote gevolgen hebben voor de omgeving en andere soorten. In wat wij de natuurlijke gang van zaken noemen, kan de groei van de soort niet eindeloos doorgaan, omdat zij op een bepaald punt geen geschikt voedsel meer kan vinden, met als gevolg dat het aantal nakomelingen kleiner wordt. De mensheid heeft in het verleden ook pieken van bevolkingsgroei gekend, die leidden tot migratie. Zo heeft de mens zich over de hele wereld verspreid en zich aan allerlei omstandigheden aangepast. Rond 1800, dus tienduizend jaar na het ontstaan van de moderne mens (homo sapiens) waren er naar schatting nog geen miljard mensen op de wereld. Binnen honderd jaar verdubbelde dit aantal, nu, nog eens honderd jaar later, is het meer dan verzesvoudigd. We spreken dan ook van een bevolkingsexplosie, zeker op de schaal van de evolutie. Het moderne menselijke vernuft was zowel medeoorzaak (geneeskunde, hygiëne) als medeantwoord (technologie, intensieve landbouw) op de bevolkingsgroei, en onttrok zich gedeeltelijk aan de natuurlijke gang van zaken bij overbevolking. In het Westen begon de geboorteregeling al in de 19e eeuw. Deze beperkte zich tot op heden tot de zogenaamde gezinsplanning, een benadering die in de tweede helft van de twintigste eeuw ook in de rest van de wereld werd gepropageerd.

Reproductieve rechten

Het idee van gezinsplanning is tegenwoordig niet meer in de mode. Men spreekt nu onder invloed van het feminisme van ‘seksuele gezondheid en reproductieve rechten’ (met name van de vrouw). De gezinsplanning (‘family planning’) was vele jaren dé vorm waarin het principe van de geboorteregeling – het door de mens reguleren van de voortplanting – gestalte kreeg. Er was zoveel afweer tegen het ingrijpen in de voortplanting, afkeer van voorbehoedsmiddelen, morele verontwaardiging (‘wel de lusten, niet de lasten’), dat het voorkomen van zwangerschap moest worden ingepakt in een boodschap die het gezinsgeluk propageerde.
Net als bij de oude NVSH ging men in de voorlichting en hulpverlening uit van het gezin, sterker nog, het voltooide gezin. De meeste klanten van de consultatiebureaus waren dus gehuwde mensen die geen kinderen meer wilden, vaak op advies van de dokter, vanwege de gezondheidstoestand van de vrouw, of de werkloosheid van de man. Andere categorieën – ongehuwden, pas gehuwden zonder kinderen – werden buitengesloten door de heersende mening. Ongehuwden doen niet aan seks en pasgehuwden willen natuurlijk eerst hun vruchtbaarheid tonen en het gezinsgeluk ervaren. In ontwikkelingslanden werden vanaf de jaren vijftig en zestig steeds meer family planning associations (fpa’s) opgericht, met subsidie en hulp van de IPPF, de International Planed Parenthood Federation. Het resultaat is zichtbaar: waar de gezinsbeperking aansloeg, ontstond vooruitgang. India en China zijn daarvan voorbeelden. Waar geboorteregeling niet of minder aansloeg, bleef de vooruitgang beperkt of ging het achteruit. Diverse landen in Afrika en Zuid-Amerika zijn hiervan treffende voorbeelden.

Kritiek op family-planning kritiek

De kritiek op de family-planning ontstond aan de ene kant vanuit conservatieve kring in de reactie tegen de seksuele hervorming. De geboorteregelaars werden verdacht gemaakt en beschuldigd van Malthusianisme. Ze zouden mensen met cadeautjes of geld overhalen of zelfs dwingen zich te laten steriliseren. Ook zou het Amerikaanse gezinsideaal worden opgelegd zonder enig begrip voor de plaatselijke cultuur en tenslotte zou de Westerse wereld de overbevolking als oorzaak van het milieuprobleem bij de arme landen neerleggen. En zo ontstond de formulering ‘seksuele gezondheid en reproductieve rechten’ als motto van de Wereldconferentie over het bevolkingsprobleem, die in 1994 in Cairo werd gehouden. Deze term is nu de standaard, net zoals family-planning dat eerder was. Heel veel verschil hoeft het in de praktijk niet te maken. De meeste mensen die aan consultatiebureaus voor geboorteregeling en in abortusklinieken werken hadden altijd al de gezondheid van de vrouw en haar rechten voor ogen. Er is wel een andere, meer conservatieve feministische sfeer ontstaan rondom de geboorteregeling. Ook de kerk en overheden gebruiken graag de uitdrukking ‘reproductieve rechten’. Iedereen wil ook wel de ‘seksuele gezondheid van de vrouw’ bevorderen.

Voortgaande seksuele hervorming

Het centrale idee van menselijk ingrijpen in de voortplanting is daarmee op de achtergrond geraakt. Seksuele gezondheid wordt trouwens gewoon nog steeds uitgebeeld als een stralend gelukkig gehuwde vrouw met een paar kinderen. Van deze benadering valt dus weinig goeds te verwachten.
Alleen de voortgaande seksuele hervorming kan hier een nieuw perspectief bieden. Ook wij willen het idee van de family-planning overstijgen. Wij weten dat het gezin (in eerste instantie moeder en kind) de grondslag is van wat er op kleine en grote schaal in de wereld gebeurt. Daarmee verklaren wij de wereld niet van boven naar beneden (god, de sterren, de overheid, de maatschappij, de grote bedrijven, e.d.), maar van beneden naar boven. Elk kind dat geboren wordt maakt de wereld.
Omdat we dit inzicht hebben, kunnen we andersom leren denken dan gebruikelijk is. Niet de politiek, niet de gemeenschap, niet het gezin, en zeker niet de vrouw (het meisje) hebben het recht om te ‘kiezen voor kinderen’. Integendeel, de keuze om geboren te worden moeten we in gedachten toekennen aan de nog niet verwekten. Hun rechten en hun seksuele gezondheid moeten centraal staan. Als we dat uitgangspunt hanteren, ziet de toekomst er anders uit dan nu te voorspellen valt.

Dik Brummel

Video Het Taboe Overbevolking bekijken?
Klik hier

Artikel in andere taal lezen?

Engels
Duits
Frans