moeder&kind;oorlog

Dik Brummel in gesprek met Johan van der Dennen

moeder & kind; oorlog

Tussen moeder en kind is het allesbehalve pais en vree. Reeds in de baarmoeder begint een ware oorlog omdat de foetus meer tijd, energie en voedingsstoffen van de moeder probeert te krijgen dan de moeder bereid is te geven.

Chemische oorlog

Volgens de Australische bioloog David Haig, die aan de Amerikaanse Harvard University werkt, vindt in de baarmoeder een soort chemische oorlogvoering plaats tussen moeder en kind. Allerlei typische zwangerschapsziekten zijn volgens Haig de uiterlijke symptomen van deze strijd. Een voorbeeld hiervan is zwangerschapssuikerziekte. Zowel de aanstaande moeder als de foetus heeft glucose in het bloed nodig, maar de foetus meer dan de moeder. Daarom probeert de foetus het suikergehalte in het bloed van de moeder te verhogen door het afscheiden van het hormoon lactogeen. Dit hormoon vermindert de effectiviteit van de insuline van de moeder, waardoor het suikergehalte in haar bloed stijgt. De moeder dreigt aan suikerziekte te gaan lijden en bij wijze van tegenmaatregel vergroot haar lichaam de productie van insuline. Hierop reageert de foetus met méér lactogeen, enzovoort. Dit spel van tegen elkaar opbieden gaat enige tijd door. In de loop van de zwangerschap voert de foetus zijn lactogeenproductie tweeduizendvoudig op.

Doorbloeding pariteit

Dit is een fraai voorbeeld van een evolutionaire wapenwedloop, en toont tevens aan tot welke extreme waarden zo’n wapenwedloop kan worden uitgevochten. De foetus wil ook meer bloed dan gezond is voor de moeder. Daartoe scheidt hij cellen af die doordringen in de slagaders van de moeder die naar de placenta voeren. Deze cellen breken de vaatwanden af, met als gevolg dat de slagaders wijder worden en er meer bloed in de placenta stroomt. Daarnaast produceert de foetus giftige stoffen die de bloeddruk van de moeder verhogen, hetgeen de doorbloeding van de placenta verder vergroot. Bij wijze van tegenmaatregel maakt de moeder de zogenaamde ‘natural killer cells’ aan, die de invasie van cellen vanuit de placenta bestrijden.

Pariteit

In de loop van de evolutie heeft dus een soort biochemische wapenwedloop tussen moeder en foetus plaatsgevonden waarbij geen van beide partijen ooit maar één stap op de ander voor kwam te lopen. Het resultaat is een vorm van pariteit, waardoor moeder en foetus doorgaans in redelijke gezondheid de zwangerschap overleven. Maar als de biochemische wapens van een van beide partijen om een of andere reden haperen, dan schiet de werking van de wapens van de ander volkomen haar doel voorbij. Immers, de dosering van alle stoffen die de ene partij afscheidt, is gebaseerd op de vooronderstelling dat de andere partij stoffen afscheidt die een tegenovergestelde werking hebben. Als de moeder geen of ineffectieve ‘natural killer cells’ maakt, dan leiden de pogingen van de foetus om de voedseltoevoer naar de placenta te maximaliseren ertoe dat de placenta door de baarmoederwand breekt en moeder en kind sterven. Is daarentegen de invasie van cellen vanuit de placenta ongebruikelijk bescheiden, dan hebben de standaardtegenmaatregelen die de moeder neemt als onbedoeld en drastisch effect dat de foetus sterft door gebrek aan bloed.

Abortus

Er zijn schattingen dat tot aan 75% van alle zwangerschappen voortijdig wordt afgebroken -waarschijnlijk mede doordat de moeder over mechanismen beschikt om de levensvatbaarheid van de foetus te beoordelen- maar als dit cijfer juist is geeft het mede een indicatie van de intensiteit van de binnenbaarmoederlijke oorlogvoering. De foetus dient voortdurend zijn levensvatbaarheid te bewijzen. Heel veel foetussen zien het daglicht nooit. Veel gencombinaties van de ouders veroorzaken waarschijnlijk misvormde embryo’s, door al het gehutsel als gevolg van de oversteek van genen van het ene chromosoom op het andere. De ontwikkeling is per slot van rekening een grandioze orkestratie van veel afzonderlijke groeipatronen die allemaal gelijktijdig plaatsvinden volgens verschillende schema’s, en het zal duidelijk zijn dat het geheel in het honderd loopt wanneer iets te laat gebeurt om aansluiting te vinden. Waarschijnlijk bestaat er een voortdurende neiging tot spontane abortus, die alleen een bijzonder geslaagde foetus kan overwinnen door voldoende signalen te seinen in de trant van ‘mammie, met mij is alles oké’. Zonder zo’n abortusmechanisme zouden moeders herhaaldelijk negen maanden verspillen aan een foetus die niet levensvatbaar is, terwijl ze door dit mechanisme na enkele maanden een nieuwe poging kunnen wagen en op die manier meer kansen hebben tijdens de vruchtbare jaren.

Afweer

De meeste organismen bezitten afweermechanismen tegen parasieten. Voor het immuunsysteem van de moeder is de baby een vreemd lichaam, een parasiet die afgestoten dient te worden. De foetus speelt een actieve rol, zoals ik hierboven heb aangegeven, bij het bevorderen van zijn of haar overleving en welzijn. Bij de mens wordt een zwangerschap in stand gehouden doordat de hypofyse van de vrouw het LH- hormoon afscheidt. LH stimuleert op zijn beurt de productie van een ander hormoon, progesteron, in de eierstokken van de aanstaande moeder. Progesteron verhindert o.a. het samentrekken van de baarmoeder waardoor de zwangerschap zou kunnen worden afgebroken. De foetus is in staat, al vanaf een vroeg stadium van zwangerschap, om het progesteron-niveau in de bloedsomloop van de moeder te manipuleren. Tegen de achtste week van de zwangerschap produceert de foetus zelf genoeg progesteron om de zwangerschap in stand te houden.

Vader

De strijd tussen moeder en foetus heeft ernstige gevolgen voor de gezondheid van beiden. Bloedarmoede, zwangerschapshyperventilatie en misselijkheid zijn alleen de bekendste symptomen. Maar de baarmoeder is ook een arena van de strijd tussen vader en moeder. Bij de chemische oorlog tussen moeder en foetus staat de vader ondubbelzinnig aan de kant van de foetus. De vader is tenminste voor de helft verwant aan het kind dat zijn partner draagt, wat heel wat meer is dan zijn genetische verwantschap met die partner. Het is derhalve duidelijk waar zijn genetische loyaliteit ligt. Vader en moeder zijn allebei voor 50% verwant aan de foetus. De moeder is gegarandeerd ook voor 50% verwant aan iedere volgende nakomeling. De vader alleen als hij deze nakomelingen verwekt. Daarom is het voor de vader van minder groot belang dan de moeder dat zij gezond genoeg blijft om nog meer kinderen groot te brengen. In de loop van de evolutie is geselecteerd op genen die, als het kind ze van de vader erft, maximaal de moeder uitbuiten. De tegenmaatregel van de moeder is dat zij ervoor zorgt dat dezelfde genen, wanneer zij ze doorgeeft aan het kind, het beslag op haar hulpbronnen juist minimaliseren. Als het kind van beide ouders zo’n gen erft, heffen de maatregel van de vader en de tegenmaatregel van de moeder elkaar op. Maar als het kind het gen alleen van de moeder erft, dan is het abnormaal inactief. Erft het kind het gen alleen van de vader, dan is het abnormaal veeleisend.