groenlinksenzwangerschap

groen links en zwangerschapHet was rond Kerstmis 2003 even landelijk nieuws: Femke Halsema had een tweeling gekregen. Trots stond ze met op elke arm een baby in de Volkskrant onder de kop ‘Twee kinderen, wat een feest!

Moederschapsfeminisme

In het interview tempert Femke Halsema de feestvreugde wel enigszins door haar beschrijving van de zwaarte van de zwangerschap in combinatie met haar politieke baan, de zorgen rond de geboorte van twee kwetsbare kleintjes van wie er een bijna het loodje legde, en het moederschap zelf, dat in het geval van een tweeling extra moeilijk is: “Eén kind doe je in een draagzak en neem je mee naar Albert Heijn, maar wil je met een tweeling van driehoog naar beneden, is dat een militaire operatie.” Verder klaagt Femke Halsema over de geboorte-industrie van vroedvrouwen die tegen pijnbestrijding zijn, de bibliotheken vol voorlichting en advies waar je schuldgevoelens van krijgt, en het zweverige circuit van vrouwenpraat: “Vrouwen zouden meer moeten koketteren met het moederschap, …over de chaos durven te vertellen, durven zeggen dat het lastig is, maar dat je daarom nog geen slechte moeder bent.”
Dit eigentijdse moederschapsfeminisme signaleerde ik ook, zij het bij elk net weer een beetje anders, bij Daphne Deckers, Heleen van Rooyen en Naomi Wolf.

Persoonlijke keuzen

Een punt waarop Femke Halsema verschilt van de andere damesmoeders is dat zij fractieleider is van Groenlinks. Het was te verwachten dat er wel een enkeling in die partij zou zijn die de vraag zou opwerpen of dat eigenlijk wel kan: een fractieleider van een milieupartij die moeder wordt.
Militant reageerde Femke Halsema toen zij hoorde dat daarover in een afdeling gediscussieerd was: “Ik heb gezegd: ‘Jullie moeten je aanmelden bij de SGP’. Einde discussie. Furieus. Ik weiger verantwoording af te leggen aan derden voor de persoonlijke keuzen die ik maak.”
Dat is natuurlijk erg interessant. Femke Halsema maakt hier hartstochtelijk onderscheid tussen haar politieke functie en haar privé-leven, haar ‘persoonlijke keuzen’. Maar zoals we zien aan andere politieke affaires kunnen die twee met elkaar botsen. Een bekend voorbeeld is de wethouder Oudkerk van Amsterdam die verantwoordelijk was voor het gemeentelijk beleid tegen een tippelzone en die tegelijk van diezelfde tippelzone gebruik maakte, doet dat dan, zegt men, niet meer als privé-persoon, want hij maakt – tenminste als het bekend raakt – zijn openbare positie onhoudbaar. Zijn fractie in de gemeenteraad verzocht hem dan ook af te treden.

Moederschap op politieke agenda

Is er een overeenkomst? Wel, op grond van de volgende redenering: als een milieupartij zoals Groenlinks zelf geen bijdrage wil leveren aan verdere vervuiling van het milieu, aan het uitsterven van soorten, aan de bio-industrie, aan het egoisme, consumentisme en materialisme, als ze de emancipatie van de vrouw belangrijk vindt, dan ontstaat de verwachting dat de aanhangers en in ieder geval de prominenten die ideologie ook in praktijk brengen. De oorzaak van het milieuprobleem is de overbevolking. Het ene procentje kooldioxide dat heel Groenlinks met veel vergaderstrijd in vier jaar uit de lucht houdt, stopt Femke’s tweetal er weer in. Moederschap leidt automatisch tot aantasting van het milieu, tot egoïsme, ongelijkheid, onrecht en al die andere dingen waar Groenlinks tegen is. Dus klopt er iets niet als de leider van die partij moeder wordt.

De heftigheid waarmee Femke Halsema zich tegen deze redenering verzet, is dat hier de allerpersoonlijkste ‘keuze voor kinderen’, het aller principieelste recht van elke vrouw, ter discussie gesteld wordt. Dat een partij of een groep mensen of zelfs één ander individu zich daarmee zou bemoeien, en jou zou kunnen voorschrijven dat je dat niet mag, dat roept verzet op vanuit elk hormoon en bloedvat, elke spier en hersencel. Femke Halsema (vrouwtje) ervaart een dusdanige inmenging als de meest ernstige aantasting van de rechten van het individu, als het summum van vrouwenonderdrukking, als een signaal van sociale terreur. Juist te midden van toenemende inbreuken op de privacy (controles en camera’s, identificatieplicht, foto’s op internet, roddelmedia, ongeoorloofde politiepraktijken) moet het recht om zelf voor kinderen te kiezen als een laatste strohalm van natuurlijke menselijkheid met hand en tand verdedigd worden.

Tegenstrijdigheid tegenstrijdigheid

Deze redenering klinkt overtuigend, maar er zijn twee dingen die niet kloppen: Ten eerste zijn alle partijen (de SGP voorop) het ermee eens. Er is geen sprake van enige bedreiging van het recht op moederschap. Slechts een heel kleine minderheid stelt dat ter discussie. Femke’s heftigheid lijkt dus op het trompetteren van een kudde olifanten als er één klein muisje misschien een piepje heeft gelaten.
Ten tweede gaat de discussie niet om Femke Halsema en haar baby’s, haar vrouw zijn, of de afwijzing van haar persoonlijke keuze (“Heel bewust had ik besloten het krijgen van kinderen niet op te offeren aan een politieke carrière”). Daar kan en wil niemand iets tegen ondernemen. Wie wenst moeder en kinderen – als ze er eenmaal zijn – niet het allerbeste toe? Zo zijn we nu eenmaal van nature geprogrammeerd, anders was onze soort al lang uitgestorven. Nee, het gaat om de tegenstrijdigheid tussen leven en leer, die zich zo duidelijk in de vertegenwoordiger van Groenlinks voordoet. Mijn kritiek is dus dat uitgerekend de partij van milieu en rechtvaardigheid een leider heeft die in feite zegt dat voortplanting en gezinsvorming niets met milieu en rechtvaardigheid te maken hebben. Die kritiek heeft ook niets met het geslacht te maken, en gold net zo goed voor Paul Rozenmüller.
Maar stel nu eens, bij wijze van gedachte-experiment, dat de fractie van Groenlinks haar lijsttrekker tot aftreden zou dwingen. De redenen zouden (volgens mij dus) nog veel overtuigender zijn dan in het geval Oudkerk, maar wat zou dat een enorme politieke rel opleveren, met heftige en langdurige maatschappelijke beroering. Maar het zou ook een historische doorbraak betekenen, omdat het moederschap op de politieke agenda zou verschijnen. Niet als hoogste norm en waarde en als onbespreekbaar privé-recht en bron van al het goede, maar als een gewone nogal primitieve vorm van menselijk en sociaal gedrag met grote consequenties voor individuele levens en voor de inrichting en kwaliteit van de samenleving.
En daarover gaat toch de politiek.

Petra de Geus