mammoettanker

mammoettankerEen bevolking die groeit is alleen met grote moeite stationair te krijgen, en dat zal in elk geval nog een hele tijd duren. Dat komt doordat de leeftijdsverdeling van de bevolking slechts langzaam verandert. Wat de massa is voor de mammoettanker, is de leeftijdsverdeling voor de bevolking.

stabiele bevolking

Een varende olietanker is niet een-twee-drie tot stilstand te krijgen. Naar het schijnt moet een mammoettanker met eindbestemming Rotterdam ongeveer bij Normandië de motor in de achteruit zetten om veilig te kunnen aanmeren. Bij menselijke bevolkingen geldt iets soortgelijks.

Een bevolking met een constant gemiddeld kindertal, sterftecijfer en migratiecijfer, wordt op den duur stabiel. In een stabiele bevolking is de leeftijdsstructuur constant, en de bevolkingsgroei is eveneens constant. Als elke vrouw gemiddeld twee kinderen zou krijgen (om precies te zijn 2,1), zou de stabiele bevolking niet groeien en niet krimpen. Demografen noemen zo’n bevolking stationair. Bij een constant gemiddeld kindertal groter dan twee zou de stabiele bevolking elk jaar met een zeker percentage groeien en een relatief jonge leeftijdsstructuur hebben. Bij een constant gemiddeld kindertal kleiner dan twee gaat de stabiele bevolking juist elk jaar met een zeker percentage krimpen en ontstaat er een relatief oude leeftijdsstructuur.

Demografische erfenisgroot gezin

In Nederland lag het gemiddelde kindertal in de periode 1945-1970 (mede omhooggestuwd doordat men steeds jonger moeder werd) rond de drie. De bevolking groeide als kool en de leeftijdsopbouw was zeer jong. Sinds 1975 ligt het gemiddelde kindertal (mede omlaag gedrukt doordat men tegenwoordig juist steeds later moeder wordt) rond de 1,6, ruimschoots beneden het vervangingsniveau van twee. Desondanks groeit de bevolking nog steeds. Dat komt voor een deel natuurlijk door de immigratie, maar het komt vooral doordat er nog steeds aanzienlijk meer kinderen worden geboren dan dat er mensen doodgaan. De motor van onze mammoettanker staat al 28 jaar in zijn achteruit, maar we gaan nog steeds naar voren. Bij een gemiddeld kindertal van 1,6 hoort een oude leeftijdsstructuur. Maar een leeftijdsstructuur verandert niet van de ene dag op de andere. Wie eenmaal is geboren blijft gemiddeld een jaar of 80 tot de bevolking behoren. Het zal dan ook nog zeer lang duren voordat de leeftijdsverdeling van de Nederlandse bevolking zich volledig zal hebben aangepast aan de vruchtbaarheidsdaling die in de jaren ’70 heeft plaatsgevonden. Op dit moment hebben we nog grotendeels te maken met de demografische erfenis uit het verleden: veel dertigers, die zelfs bij een laag gemiddeld kindertal toch voor veel nieuwe kinderen zorgen en weinig zeventig-plussers, die voor weinig sterfgevallen zorgen. Pas tegen het jaar 2030 zal de leeftijdsverdeling zoveel zijn opgeschoven dat de ‘natuurlijke bevolkingsgroei’ (geboorten minus sterfgevallen) negatief wordt. Veranderingen in demografische gedrag werken dus pas met zeer grote vertraging door in de bevolkingsstructuur. Een bevolking heeft ‘massa’ of, zoals demografen dat noemen, ‘momentum’. De demografische toekomst zit voor een groot deel ingebakken in de huidige leeftijdsstructuur, en die verandert slechts langzaam.

Bijna de helft erbij

Om deze reden is het ook volstrekt illusoir om te denken dat de wereldbevolkingsgroei op korte termijn kan worden gestopt. Op dit moment wonen er op aarde circa 6,2 miljard mensen. Het gemiddelde kindertal bedraagt 2,8. Volgens de meest recente prognoses van de Verenigde Naties gaat het gemiddelde kindertal de komende vijftig jaar wereldwijd geleidelijk verder omlaag, en wordt in 2050 het vervangingsniveau van twee bereikt. De wereldbevolkingsomvang bedraagt dan in 2050 8,9 miljard en zal uiteindelijk iets boven de negen miljard stabiliseren, bijna de helft meer dan de huidige waarde. Het leeuwendeel van deze toekomstige bevolkingsgroei is het gevolg van het bevolkingsmomentum. Als het gemiddelde kindertal per vandaag zou terugvallen tot twee (‘de motor van de tanker wordt uitgezet’), zou dat voor de wereldbevolking in 2050 niet erg veel verschil uitmaken: ergens tussen de 8 en 8,5 miljard, ofwel nog ruwweg 40% van de huidige omvang erbij.

Motor ontwricht

Hoe hoger het geboortecijfer in het recente verleden, hoe groter het bevolkingsmomentum. De ingebakken toekomstige bevolkingsgroei kan dan alleen maar met zéér drastische maatregelen worden teruggedrongen. Dit is in essentie de achtergrond van het beruchte ‘één-kind beleid’ in China.

De geboorte-aantallen in de jaren ’50 en ’60 waren zodanig groot, dat zelfs met gemiddeld één kind per vrouw de totale bevolking voorlopig nog fors blijft groeien (in de praktijk is het gemiddelde kindertal in China een stuk hoger dan één, namelijk circa 1,8). Een dergelijke drastische bijsturing van de demografische mammoettanker levert natuurlijk weer tal van nieuwe problemen op. Niet alleen kan een op volle kracht achteruit draaiende motor gemakkelijk ontwricht raken, maar ook zal de bevolkingsveroudering in China in de toekomst zeer groot zijn. Ons Nederlandse AOW-probleem is daarbij vergeleken slechts een peulenschil.

Evert van Imhoff