vergrijzingalskans

vergrijzing als kansDe gemiddelde leeftijd van de mens stijgt fors, omdat de mensen van nu ouder worden en er tegelijk minder kinderen geboren worden. Hoogwaardig voedsel, uitstekende voorzieningen en medische technieken, kortom welvaart, maken deze maatschappelijke ontwikkeling mogelijk. Daarbinnen zet de individualistisch denkende mens van de westerse ik-cultuur steeds meer in op de kwaliteit van zijn eigen leven.

Overheid

De man en de vrouw kunnen, anders dan onze voorouders deden, om uiteenlopende redenen kiezen voor werk en/of gezin. Zo zijn minder kinderen minder duur, minder lastig en geven meer ruimte tot persoonlijke ontplooiing. Voor een baan moeten ook offers worden gebracht. Door het combineren van beide zaken gaat de burger een keuze uit de weg. Hij kiest niet, want hij kiest vaak voor én kinderen én een baan. En dat is vooral lastig als de partner niet volledig meewerkt. Omdat de overheid de combinatie van baan en kind fiscaal ondersteunt, menen steeds meer Nederlanders dat de overheid er is om de privé-wensen voor het menselijke geluk van ieder individu te garanderen. Het aantal kinderen dat in Nederland jaarlijks wordt geboren, blijft mede daarom vrij constant: ongeveer 200.000. Kleine conjuncturele dalingen daargelaten. Toch worden die vaak door diezelfde overheid ervaren als een bedreiging.

Angst

Precies als de rooms-katholieke kerk vroeger deed, proberen nationale overheden in Duitsland, Frankrijk en nu ook in Nederland het kindertal te verhogen. Het argument is de angst voor de oudedagsvoorziening en het gevaar van onvervulbare vacatures. Maar financieel gezien is vergrijzing niet zo erg als wordt beweerd. De aanloop naar de pensioengerechtigde leeftijd van 65 jaar zal een geleidelijke zijn. Want van de leeftijdscategorie van 55 tot 65 jarigen is steeds een percentage al eerder gestopt met werken en daarmee buiten het arbeidsproces gekomen. Dat verandert nauwelijks. Van de groep die ieder jaar 65 jaar wordt, zal bijgevolg een groot gedeelte al in de daarvoor liggende tien jaar gestopt zijn met werken. Er is dus geen sprake van een plotselinge vloedgolf gepensioneerden die ineens buiten het arbeidsproces komt te staan. Ook zal hierdoor het aantal vacatures niet ineens enorm stijgen.

Pikant

Er is ook een sociaal-economisch argument. Op iedere 250 mensen werken er slechts 100. Dat betekent, dat deze 100 werkenden voor zichzelf en voor die 150 mensen zorgen die zelf geen baan hebben. Dat is wel de situatie die al tientallen jaren bestaat. Pikant is dat er van die 150 niet-actieven gemiddeld per jaar ongeveer slechts 35 mensen ouder zijn dan 64 jaar. Kennelijk heeft de samenleving het nooit een probleem gevonden dat telkens 100 actieve mensen voor zichzelf moesten zorgen én voor die 150 anderen moesten opdraaien. Vanwege de vergrijzing zal het aantal niet-actieven dat ouder is dan 64 jaar zeker hoger worden dan 34 op iedere 150. Maar daar staat tegenover, dat uit de categorie van niet-werkenden van 18 tot 57 jaar, een leger van werklozen, een enorm arbeidspotentieel is te halen. Deze werklozen, parttimers, uitkeringsgerechtigden, gedeeltelijk arbeidsongeschikten, werkzoekenden, schoolverlaters, wachtgelders et cetera, kunnen samen zorgen voor een veel hogere participatiegraad van het totale percentage werkenden dat nu slechts op ongeveer 41% ligt. Dan gaat ook de totale premieafdracht omhoog.

AOWAOW

Iedereen zal op zijn 67e AOW willen ontvangen, waardoor de sociale uitgaven inderdaad fors zullen stijgen. Maar dit is slechts een boekhoudkundige zaak. Want bij een dalend geboortecijfer zullen vanzelf de onkosten voor onderwijs, studiefinanciering, sociale woningbouw en vele andere infrastructurele zaken structureel beduidend omlaag gaan. Per saldo hoeft de financiering van de AOW helemaal niet onmogelijk te worden. Indamming van de vergrijzing om financiële redenen is daarom niet zo noodzakelijk als vaak door de overheid wordt gesuggereerd. Maar er zijn ook nog volstrekt andere argumenten die pleiten tegen een krampachtig bestrijden van de vergrijzing.

Niet heilig

Neem de bevolkingsgrootte. Die is niet heilig. En pleit juist meer voor inkrimping, want er is helemaal geen tekort aan arbeidskrachten, zeker niet in een tijd met zoveel werkloosheid. Dat is eerder een kwestie van scholing, vooral vanwege die enorme immigratie van de laatste decennia. Daarnaast zal de werkloosheid alleen nog maar groter worden door mechanisering en automatisering vanwege een toenemende efficiency in het bedrijfsleven: het aantal banen zal structureel dalen. Bovendien verdwijnen veel banen naar de lage lonen landen. Voor de economische ontwikkeling van die landen is dat een zegen, maar de werkloosheid in Nederland en in de andere landen van de EU zal er door stijgen. Waarom dan een bevolkingsgrootte krampachtig hoog houden?

Twee eeuwen

Het verdient ook aanbeveling eens te kijken naar de ontwikkeling van de mens als consument en producent gedurende de laatste twee eeuwen. De industriële revolutie heeft die verandering mogelijk gemaakt. De mens werd massamens: een enorme en snelle groei van één naar zes miljard in amper 200 jaar. De kwaliteit van het leven verbeterde wel, maar het consumptieve gedrag leidde tot roofbouw dat zelfs het voortbestaan van de mens bedreigt. De explosieve groei van de mensheid in de niet-kapitalistische landen moet nog gevolgd worden door een enorme consumptieve explosie met ook veel behoefte aan efficiency – kijk maar naar de economische ontwikkeling van China en India – en mede hierdoor zal het tekort aan voedsel en grondstoffen schreeuwend worden.

Herbezinning

vergrijzingIn de derde wereld bestaan geen moderne oudedagsvoorzieningen. En afgezien van deze onrechtvaardige verdeling van de welvaart in de wereld, zal het nagenoeg volledig en gedeeltelijk ontbreken van redelijke oudedagsvoorzieningen binnen nogal wat landen van de EU ook de Nederlanders dwingen tot een volledige herbezinning op het Nederlandse zorgstelsel. Wat het zwaarst is, moet het zwaarst wegen. Volledige werkgelegenheid, geïndexeerde uitkeringen, een blijvend hoge consumptiegraad, een te groot aantal mensen en economische groei kunnen misschien tijdelijk nog een periode van welvaart garanderen voor een kleine groep westerlingen. Wie de vergrijzing wil aanpakken om de gevolgen ervan te bestrijden, mist een kans. Hij wil in feite alles bij het oude laten en spant daarmee het paard achter de wagen, wat op den duur wel het einde van álle zekerheid betekent.

Paul Gerbrands

Zie ook:

De Club van Tien miljoen