evolutiebiologie

Dik Brummel in gesprek met Johan van der Dennen

evolutiebiologieTijdens mijn studie en latere werkzaamheden bij het voormalige Polemologisch Instituut begon ik geleidelijk in te zien dat het leeuwendeel van openlijk geweld en indirect agressief gedrag in de natuur te maken heeft met seks en voortplanting, zoals Charles Darwin dat in zijn theorie van seksuele selectie al begrijpelijk had gemaakt.

Is seksualiteit belangrijk voor het begrijpen van de wereld?

In de zeventiger jaren begon ik literatuur te verzamelen in het kader van mijn ‘Sex & Agressie’ project. In 1991 redigeerde ik een bundel artikelen over de strijd tussen de seksen. Dat boek heet The nature of the sexes.* Mijn antwoord op uw vraag is dus ja. Wat voor de natuur geldt, geldt ook voor de mens. Om menselijk gedrag, en dus de wereld, te begrijpen is het begrijpen van seksueel gedrag onmisbaar. Het gaat daarbij niet alleen om seks als vrijetijdsbesteding, maar om geslachtsverschillen, voortplanting, ouders en kinderen. De fundamenten daarvan liggen ver in het verleden. Dat fascineert mij, vandaar mijn belangstelling voor evolutionaire biologie.

Wat is evolutionaire biologie eigenlijk?

Evolutionaire biologie verklaart de ontwikkeling van alle levensvormen vanuit één criterium, namelijk reproductief succes. Alle individuen van alle soorten die nu bestaan zijn het resultaat van een geslaagde voortplanting van hun ouders, die op hun beurt hun bestaan te danken hadden aan voorgaande individuen, enzovoort tot aan het begin van het leven.
De evolutionaire biologie gaat ervan uit dat het eigenlijk niet de individuen zijn die zich voortplanten, maar hun geslachtscellen. Sterker nog, het zijn de genen in die geslachtscellen die zich voortplanten.
De genen zijn de eenheden die via het individu van ouders en voorouders aan het nageslacht worden doorgegeven, en waarvan ook replica’s in verwanten aanwezig zijn. Genen zijn de eenheden die gekopieerd en gerepliceerd worden. Genen zijn potentieel onsterfelijk. Organismen zijn sterfelijk, maar vanuit de evolutionaire biologie zijn organismen ook niets anders dan overlevingsmachines, structuren, die de genen in staat stellen om zich voort te planten. De enorme variëteit aan soorten is ontstaan doordat genen in veranderende milieus ook hun overlevingsmachines aanpasten en veranderden. Dit geldt voor alle soorten, dus ook voor de mens.

En levert dat conflicten op?

Deze manier van denken houdt in dat individuen (gestuurd door hun genen) steeds bezig zijn hun reproductieve succes na te streven. Ze volgen daartoe bepaalde strategieën en ze raken daarbij in conflict met andere individuen. Conflict en strategie zijn dus kernbegrippen van de evolutionaire biologie.

De genen zijn ‘zelfzuchtig’?

Genen zijn slechts DNA-sequenties die voor een bepaald eiwit coderen; ze zijn niet helderziend of doelbewust. Het proces van natuurlijke selectie is mechanistisch, kortzichtig, blind, opportunistisch en amoreel, ‘zelfzuchtig’ dus, zoals Richard Dawkins het noemde. Deze nadruk op ‘zelfzucht’, op competitie en conflict, betekent niet dat de evolutionaire biologie blind is voor de vele vormen van samenwerking die voorkomen tussen soorten en individuen, maar zij stelt dat, net zoals bij een voetbalteam, de interne samenwerking vooral dient om beter met andere voetbalteams te concurreren. ‘Werk samen om beter te kunnen concurreren’ lijkt het motto van de evolutie.

Wat betekent dit nu voor ons seksuele begrip? paarvorming

Deze manier van denken heeft geleid tot nieuwe inzichten in de strijd tussen de geslachten, de ‘battle of the sexes’, die van zowel mannen als vrouwen het uiterste van hun geestelijke gezondheid kan vergen, en die beide geslachten tot diepe frustratie, wanhoop, en de grenzen van hun geduld en begrip kan drijven. De strijd tussen de geslachten speelt zich af op het niveau van het gen, het individu, en de groep. Geen enkele andere interactie lijkt zich zo te lenen voor exploitatie en bedrog als juist de interactie tussen de geslachten. Een ander inzicht is dat het gezin zelf een broeinest van conflicten is, bijeengehouden door de noodzaak van samenwerking tegenover een gevaarlijke buitenwereld.

Kan de evolutionaire biologie niet alleen de strijd, maar ook de liefde tussen de geslachten verklaren?

In principe ja – al zal het antwoord veel mensen niet echt bevallen. Als we het over de liefde tussen de geslachten hebben bedoelen we meestal ‘Eros’, de romantische of gepassioneerde liefde. Helaas is de romantische liefde een uiterst kort leven beschoren, hoogstens een jaar of vier, precies genoeg tijd voor het verwekken, baren en zogen van een kind. Biochemische stoffen zoals oxytocine, phenylethylamine en dopamine spelen hierbij een cruciale rol. Als de romantische liefde is verdwenen, en er geen ‘kameraadschappelijke liefde’ (intimiteit en ‘commitment’) voor in de plaats is gekomen, dan rest het paar niet veel meer dan een scheiding en een volgende kortstondige passie met een andere partner. Vandaar dat de seriële monogamie door evolutiebiologen wordt beschouwd als het ‘natuurlijke’ paarvormingssysteem van de mens.

Veel ‘mens’ wetenschappers houden de biologie ver van hun bed. Hoe zou dat komen?

Het is belangrijk om onderscheid te maken tussen twee soorten verklaringen: proximate (‘dichtbij’) en ultimate (‘uiteindelijk’). Proximate verklaringen hebben betrekking op processen en gedragingen tijdens een individueel leven, van de baarmoeder tot het graf: genetische eigenschappen, omstandigheden in de baarmoeder, hormonale en neurofysiologische processen, ontwikkelingsfactoren, opvoeding en socialisatie, maatschappelijke condities. Die kunnen (een deel van) het gedrag verklaren binnen de gegeven omstandigheden van dit moment. Ultimate verklaringen grijpen veel verder terug. De vraag, bijvoorbeeld, waarom en hoe seks is geëvolueerd kan alleen beantwoord worden door over miljarden jaren terug te kijken en het gedrag van genen te bestuderen. Het woord ‘ultimate’ is natuurlijk ook relatief, want de evolutiebiologie beperkt zich tot de levende materie.
De ultimate verklaringen kunnen bijdragen tot een beter begrip van hoe wij in elkaar zitten. Zo kunnen bijvoorbeeld vrijwel alle verschillen tussen de geslachten, bij zowel dieren als mensen, begrepen worden als gevolgen van seksuele selectie en de evolutie van verschillende optimale reproductieve strategieën (of ouderlijke investeringsstrategieën) voor vrouwen en mannen. Ultimate verklaringen zijn dus een aanvulling op de proximate verklaringen die in de menswetenschap gebruikelijk zijn.

* Prof.dr. Johan M.G. van der Dennen (ed), The Nature of the SexesThe Sociobiology of Sex Differences and the Battle of the Sexes, Origin Press, Groningen, 1992.

Artikel in andere taal lezen?

Duits