Kunstbaarmoeder

Een voorspellend artikel van Dik Brummel uit 1998.

Geschiedenis van de kunstmatige baarmoeder

kunstbaarmoeder

Eind 1999 bouwden Yosinori Kuwabara en zijn collega’s aan de universiteit van Tokio een kunstmatige baarmoeder voor een geitenfoetus. Het was een doorzichtige bak ter grootte van een magnetron, gevuld met vloeistof die op de juiste temperatuur gehouden werd . De navelstreng was verbonden met twee machines die samen de taken van een placenta uitvoerden, namelijk het aanvoeren van bloed met zuurstof en voedingsstoffen en het afvoeren van uitwerpselen. In dit geval was de feitenfoetus 20 weken oud en woog 6 pond. De foetus was door middel van een keizersnede uit de moeder geit verwijderd. Het doel was de foetus 21 weken lang in de kunstbaarmoeder te laten overleven, waarna hij uit de bak zou kunnen worden getild en geboren zou worden. Zoals te verwachten was, ging er van alles mis. Hoewel de foetus aanvankelijk normaal foetaal gedrag vertoonde, zoals het knipperen met de oogleden en het bewegen van de ledematen, traden al spoedig groeistoornissen op, die de onderzoekers noodzaakten de foetus te aborteren.

maatschappelijke betekenis van de kunstbaarmoeder kunstbaarmoeder

Zoals met alle wetenschappelijke ontwikkelingen, zal ook de ontwikkeling van de kunstmatige baarmoeder vele jaren van ’trial and error’ vereisen. Maar het is te verwachten, dat voor het einde van de 21e eeuw de kunstmatige baarmoeder net zo ver ontwikkeld zal zijn als de magnetron nu.
Het verschil met de magnetron is natuurlijk reusachtig. Niet alleen in termen van technisch vernuft (overigens niet het grootste probleem), maar vooral vanwege de enorme maatschappelijke betekenis die deze ontwikkeling heeft.

kunstbaarmoeder en emancipatie

Aanvankelijk zal de kunstmatige baarmoeder uiteraard gebruikt worden in die gevallen waarin individuele vrouwen door een defect aan een baarmoeder ongewenst kinderloos zijn. De grootste betekenis ligt echter in de mogelijkheid om kinderen buiten het lichaam van de vrouw op de wereld te brengen. Het is niet moeilijk voor te stellen wat dit betekent voor de reeds lang bestaande wens om niet alleen de vrouw te emanciperen, d.w.z. te bevrijden van zwangerschap en bevalling, maar ook om kinderen bij hun geboorte optimale levenskansen te bieden. Niemand hoeft eraan te worden herinnerd hoezeer de geboorte nog steeds de uitkomst van een loterij is, met alle gevolgen van dien voor wat betreft genetische eigenschappen en levensomstandigheden. Eindelijk zal het mogelijk zijn met verstand en beleid elk nieuw geboren mensenkind een goede start te geven voor een leven dat voldoet aan de minimumeisen die de mensheid daaraan in haar beste denken al heel lang stelt.

Verzet tegen de kunstbaarmoeder

De kunstmatige baarmoeder is het logisch vervolg op de in vitro bevruchting, die weer het gevolg is geweest van toegenomen kennis over het voortplantingsproces gedurende de 20e eeuw. Er is ook een verband met de legalisatie van abortus, die aan de zwangere het recht toekent een ongewenste vrucht niet geboren te laten worden. En in ruimere zin valt deze nieuwe ontwikkeling onder de geschiedenis van de geboorteregeling, die al in de 19e eeuw begon. Het verzet vanuit conservatieve kringen tegen het gebruik van anticonceptiemiddelen is in de loop van 200 jaar wel afgezwakt, maar nog niet verdwenen. Miljoenen mensen ervaren daarvan dagelijks de nadelen, veelal zonder zich daarvan bewust te zijn. Maar als de afkeer van voorbehoedmiddelen nog zo sterk leeft, en het verzet tegen abortus nog zo groot is, ook binnen de meest ontwikkelde landen van de wereld, zal het duidelijk zijn dat de kunstbaarmoeder nog lange tijd als een uitvinding van de duivel zelf zal worden afgebeeld, voordat de zegeningen ervan tot het collectieve bewustzijn doordringen. Zo lang duren ontwikkelingen nu eenmaal. ‘Lang’ is overigens een relatief begrip. Alle menselijke ontwikkelingen die zich in de laatste paar honderd jaar hebben voorgedaan, hebben het karakter -op de schaal van de evolutie- van een explosie. Het is dus ook heel goed mogelijk dat het verzet, gevoed door onhoudbare religieuze opvattingen, veel sneller zal verdwijnen dan we op dit momentje aan het begin van de 21e eeuw denken.