celdeling 

celdelingAls een cel zich deelt, gebeurt het volgende: In de kern van de cel (K) delen de chromosomen (C: strengetjes DNA) zich in de lengte doormidden, en de helften bewegen zich naar tegenovergestelde hoeken van de celkern. Elk van de helften bouwt met behulp van de aanwezige chemische soep een nieuwe streng (ook weer zodanig dat een A-molecuul altijd tegenover een T-molecuul zit en een C-molecuul tegenover een G-molecuul). Dan deelt de celkern zich in tweeën. Nu zijn er dus twee celkernen in de cel in plaats van een, en elk van die kernen heeft precies dezelfde genetische informatie als hun moeder. Ook de rest van de cel (het cytoplasma genaamd) deelt zich doormidden, zodat er twee complete nieuwe cellen zijn in plaats van één.

Verschillende cellenceldeling

Celdeling vindt voortdurend plaats bij groei of ter vervanging van dode cellen. Cellen zijn verschillend van aard. Er zijn hersencellen, spiercellen, levercellen, zaadcellen, cellen van botten, kiezen, slijmvlies, nagels, haren, enzovoort. Elke nieuwe cel bevat weer alle informatie over ons hele organisme, maar elke cel maakt ook alleen kopieën (klonen) van zichzelf, zodat een zenuw alleen met zenuwcellen wordt uitgebreid en huid alleen met huidcellen.

Voortplanting en celdeling

Celdeling is, zoals gezegd, de oudste vorm van voortplanting, ja, kenmerk van het leven zelf. We noemen het ongeslachtelijke of a-seksuele voortplanting. Daarbij ontstaat dus elke keer in principe een exacte kopie van de moedercel.
De meeste planten en dieren om ons heen planten zich echter net als wij geslachtelijk (seksueel) voort. Een mannelijk en vrouwelijk individu brengen hun erfelijk materiaal samen (in de natuur gebeurt dit op talloos verschillende manieren) zodat het nieuwe individu een mengsel van die twee is.

Artikel in andere taal lezen?

Engels

Duits

Frans