puberen

puberteitTot aan de puberteit leren mensen heel veel. Iemand van twaalf weet en kan in principe alles wat nodig is om te leven. Toch maken we algemeen een onderscheid tussen kindertijd en volwassenheid. Dat komt omdat de twaalfjarige zich nog niet kan voortplanten.

Voortplanting

De soort kan niet overleven als individuen zich niet kunnen voortplanten. Voortplanting is dus van nature het kenmerk van volwassenheid. Tussen kindertijd en volwassenheid ligt dan een periode die we met puberteit en adolescentie aanduiden. Laten we die tussenfase eens wat nader bekijken. We kijken vooral naar wat voor iedereen ongeveer hetzelfde is, en wat dus ook voor onze voorouders van tienduizend jaar geleden zo was (zie Onze Oorsprong).

Nieuwe op oude structuren

Bij de ontwikkeling worden altijd nieuwe structuren op oude gebouwd en die oude structuren blijven ook bestaan. Dit is een zeer algemene regel die voor de hele evolutie van alle soorten geldt, en die ook voor de menselijke cultuur opgaat. Het nieuwe bouwt altijd voort op het oude. Veel van wat we als kind geleerd hebben, met de daarbij behorende gevoelens, gedachten, reacties, blijven het hele leven bestaan en bepalen in belangrijke mate ons gedrag. Daarbovenop komen dan nieuwe ervaringen, ontwikkelingen van nieuwe functies en vaardigheden, zolang we blijven leren. In het algemeen kun je zeggen dat de aangeboren eigenschappen en de vorming in de kindertijd ons primaire gedrag in de meest voorkomend situaties verklaren, en ook oefenen zij invloed uit op het gedrag dat we ons later moeten eigen maken.

Ontwikkeling in de puberteit puberteit meisjes

Tijdens de puberteit vindt een ontwikkeling plaats die als voorspelbare uitkomst heeft dat voldoende individuen zich zullen voortplanten om de soort te doen overleven. Niet ieder individu zal zich in feite voortplanten, maar de meesten zullen dat wel doen. Het genetische programma dat de puberteit stuurt, ligt voor de geboorte al vast. Op een gegeven ogenblik treden automatisch een aantal processen in werking en die doorlopen een min of meer vaste volgorde. In het kort komt dat op het volgende neer: De hypofyse begint met het afscheiden van een hormoon, dat inwerkt op de geslachtsklieren. Bij het meisje zijn dat de eierstokken en bij de jongen de zaadballen. Bij het meisje treedt een groei en rijping van eicellen op en bij de jongen worden geslachtsrijpe zaadcellen gevormd. De geslachtsklieren scheiden op hun beurt ook hormonen af die de typische veranderingen in gang zetten die we met het woord puberteit aangeven: Er treedt een plotselinge snelle groei op in lengte en gewicht, de stem wordt lager (bij jongens nog opvallender dan bij meisjes), er groeit haar onder de oksels en op de onderbuik, meisjes gaan menstrueren en ontwikkelen borsten, jongens krijgen hun eerste zaadlozing.

Jongens & meisjes verschillen

puberteit jongensWe hebben het begin van de puberteit voor het gemak op ongeveer twaalf jaar gesteld. Laten we nu iets preciezer zijn. Er is namelijk een opvallend verschil tussen jongens en meisjes. Meisjes maken hun puberteit twee jaar eerder door dan jongens. Gemiddeld beginnen meisjes op hun 11e met groeien en jongens op hun 13e. Uiteraard is er veel variatie, sommige meisjes beginnen al op hun 8e, andere meisjes pas als ze 12 zijn, en bij jongens varieert het begin van de groei van 10 tot 14. Ook klimaat, voeding, gezondheidstoestand, e.d. spelen een rol. Als we de duur van de puberteit even voor het gemak op twee jaar stellen, dan zijn meisjes dus op hun 13e, en jongens op hun 15e, volwassen. Meisjes zijn dus twee jaar eerder volwassen dan jongens. Volwassen betekent hier, vergeet het niet, ‘in staat tot voortplanting’. Er gaan gemiddeld nog enkele jaren voorbij voordat het meisje inderdaad bevrucht wordt en door het moederschap echt tot de wereld van de volwassenen behoort. Degene die het meisje bevrucht is meestal een paar jaar ouder. Dit zijn belangrijke feiten. Laten we ons even afvragen welke betekenis ze hebben. Zie: Jongens & meisjes verschillen.

Artikel in andere taal lezen?

Engels

Duits

Frans