necrofilie 

necrofilieNecrofilie is het seksuele verlangen naar het bedrijven van sex met een dode.

De verklaring voor dit verschijnsel is heel simpel. In verschillende beroepen moeten levende mensen met lijken omgaan: lijkschouwers, artsen en verplegers, lijkverzorgers, doodgravers. En uiteraard komen bij sterfgevallen geliefden, familieleden, kennissen en vrienden te pas. We hoeven maar een paar honderd jaar in de tijd terug te gaan om te zien dat de dood zeer veelvuldig en dagelijks aanwezig was. Slechte hygiëne, besmettelijke ziekten, armoede en gebrek, conflict en oorlog zorgden ervoor dat velen al op jonge leeftijd de dood vonden. Bij het alleen zijn met een jeugdig lijk, dat in al haar schoonheid volkomen passief ter beschikking staat, zich niet verzet en ook niet gekwetst kan worden, was er weinig voor nodig om sterke lustgevoelens te ervaren en die door aanraken en masturbatie of geslachtsgemeenschap te bevredigen. Mannen die niet beroepshalve met lijken omgingen, bezochten soms ’s nachts stiekem het kerkhof wanneer daar overdag een schone maagd begraven was, groeven het lijk op en bevredigden zich. Zij werden soms betrapt en zwaar gestraft. De maatschappelijke afschuw van necrofilie was groot.

Ideaalbeeld ideaalbeeld

Voor de man is een volkomen passief en gewillig liefdesobject een ideaalbeeld, dat in zijn seksuele fantasieën een rol speelt. Dat vindt zijn oorsprong in de jeugd, wanneer hij verliefd wordt op een onbereikbaar meisje (of een andere jongen). De pornografie voldoet ook voor een deel aan dit verlangen, en prostituees vertellen af en toe over een uitgebreid sterfbedritueel dat sommige klanten willen opvoeren. Ook in het huwelijk willen mannen af en toe graag dat hun vrouw er als een lijk bij ligt, met gesloten ogen en onbeweeglijk. De mannen die bij necrofiele handelingen betrapt werden (meestal door een bekende, zoals de partner) werden als zware misdadigers beschouwd en veelal wreed gestraft. In Nederland is necroseksualiteit niet expliciet strafbaar gesteld. De verdenking van seksuele handelingen speelden de belangrijkste rol bij het verbod op wetenschappelijk anatomisch onderzoek op lijken (Leonardo da Vinci moest zijn lijken ook stiekem van het kerkhof halen).

Psychiatrie

necrofilieToen in de 19e eeuw de psychiatrie geleidelijk aan bij rechtszaken werd ingeschakeld, kwam de term necrofilie in zwang. En zo ontstond, net als bij andere varianten van seksueel verlangen, de categorie van ‘necrofielen’, alsof dat mensen waren met een of andere bijzondere eigenschap. De psychiatrie hield zich bezig met de vraag wat de oorzaken zouden kunnen zijn van deze ‘afwijking’ of ‘perversie’, terwijl het in feite ging om een overtreding van een verbod in de sfeer van openbare orde. Aangezien daarover op zich weinig te zeggen valt, kwamen andere eigenschappen naar voren, zoals angstig en verward gedrag, eenzaamheid, een laag voorhoofd en gedrongen postuur, kortom het beeld van de primitieve, gedegenereerde patiënt, waartegen ‘de maatschappij beschermd moest worden’, een beeld dat in feite bij alle seksuele perversies naar voren kwam.

Artikel in andere taal lezen?

Engels

Duits

Frans

Spaans