scheppingsmythen

scheppingsmythenScheppingsverhalen zijn door mensen verzonnen verhalen (mythen) over de oorsprong van de wereld. Niet zo maar verzonnen, maar met de bedoeling om te verklaren.

Mythen

Mythen zijn dus zowel de grondslag van de religie als van de wetenschap. Ze ontstonden tienduizenden jaren, geleden, toen onze voorouders over voldoende taalvermogen beschikten om verhalenvertellers voort te brengen. Mythen werden mondeling doorverteld, en namen daardoor verschillende vormen aan. De mythen die aan ons zijn overgeleverd zijn uit latere schriftelijke bronnen afkomstig.

Seksuele grondslag van religie geslachtsgemeenschap

De scheppingsmythe illustreert de seksuele grondslag van de religie. In de eerste plaats is er het onderscheid tussen mannelijke en vrouwelijke godsfiguren. De vadergod van de Joodse bijbel, dus van Christendom en Islam, schept van een afstand en laat de mens vrij om er wat van te maken. De moedergod, zoals in hindoeïsme, boeddhisme, en andere, is de aarde zelf, waarin de mens en alle andere schepselen in geboren worden, doodgaan en weer geboren worden.

Geslachtsgemeenschap

In bijna alle mythen is er sprake van geslachtsgemeenschap of van een ei dat uitgebroed wordt. De voortplanting staat dus centraal en dat is volkomen begrijpelijk als men ziet dat de voortplanting de allerbelangrijkste en centrale activiteit is van alle levende wezens, dus ook van de mens. De scheppingsmythe illustreert het idee van geschiedenis waarover de Homo Sapiens van 50.000 jaar geleden beschikte. De evolutionaire sprong voorwaarts die blijkt uit de scheppingsmythe illustreert hoe de menselijke ‘cultuur’ een uniek karakter draagt, maar tegelijk diep geworteld is in de ‘natuur’.

Scheppingsmythe

scheppingsmythenVeel mensen kennen de scheppingsmythe uit de Bijbel, eenvoudig omdat die nog steeds wordt doorgegeven, van ouders op kinderen, via het onderwijs, het gewone taalgebruik. Adam en Eva staan symbool voor onze vroege voorouders. De details van het eerste boek van de Bijbel, Genesis, zijn wat minder bekend.
Het woord ‘mythologie’ doet meestal denken aan de oude Grieken van 2500 jaar geleden. Dat komt door de traditie op school. Daar maakte men onderscheid tussen de Christelijke verhalen die men voor waar aannam, en de Griekse verhalen, die men wel ‘mythen’ (onware verhalen) noemde. De Christelijke God zat dus wel echt in een hemel, voerde strijd tegen Satan, beschikte over engelen, en had op aarde een zoon, maar de Griekse oppergod Zeus, die op de Olympos woonde, strijd voerde tegen Giganten, over boodschappers (‘angelos’ betekent ‘boodschapper’) beschikte, en verschillende zonen op aarde had, dat was ‘mythologie’.

Artikel in andere taal lezen?

Engels

Duits

Frans