deeeuwigehoeksteen

Huiselijk gezinIn de periode 2002-2004 is een grootschalig onderzoek gedaan naar familiebanden in Nederland. Bijna 10.000 mensen werden uitvoerig persoonlijk en schriftelijk ondervraagd over hun familienetwerken. Hoe staat het daar tegenwoordig eigenlijk mee?

VanzelfsprekendheidHet gezin de eeuwige hoeksteen

Er is een tijd geweest -zo’n 50 jaar geleden voor het laatst- dat huwelijk, gezin en familie zwaar onder kritiek lagen. De vanzelfsprekende seksuele rolverdeling en de huispositie van de vrouw, de hypocrisie rond het huwelijk, de verstikkende bekrompenheid van het gezinsleven, de psychische verminking van kinderen (‘they fuck you up, your mum and dad’), de macht van het geloof en de repressieve seksuele moraal, het bleken allemaal aspecten te zijn van de heilige drie-eenheid hetero, huwelijk en happy family. Na een tijdje verbleekte deze kritiek doordat er niet echt een uitvoerbaar alternatief leek te zijn. Bommoeders, latrelaties, communes, het bleven probeersels en randverschijnselen. Hoewel velen de kritiek op de familie deelden, overwon hun eigen verlangen naar een kind en een partner, en de seksuele structuur bleef bestaan. Men ging na enige tijd het onderwerp ook uit de weg. In sociologische en aanverwante kringen werd een tijdlang net gedaan of het gezin helemaal niet meer bestond of spoedig niet meer zou bestaan, zodat het ook niet meer de moeite waard was om er aandacht aan te besteden. Het idee dat het gezin de hoeksteen van de samenleving is werd besmuikt afgewezen als een overblijfsel van achterhaald christelijk denken. Maar tegelijk werd daarmee ook de fundamentele kritiek op gezin en familie monddood gemaakt.

Cijfers

het gezinMen gebruikte de gegevens van het bevolkingsonderzoek als bewijs voor de verdwijning van gezin en familie:

  • de grote aantallen alleenstaanden (3 miljoen in Nederland, 2016),
  • het ongehuwd samenwonen,
  • de gemakkelijke echtscheiding (1 op de 3 huwelijken),
  • alternatieve relatievormen en homoseksualiteit,
  • de pil en de vrijwillige kinderloosheid.

Seksuele ongelijkheid was, zei men, ook vanzelf aan het verdwijnen met het veranderen van wetgeving op het gebied van arbeidsrechten, zwangerschapsverlof, positieve discriminatie en crèches.
En de seksuele moraal, zei men, was al geliberaliseerd, de zedenwetgeving was afgeschaft, alles mocht en alles kon. Deze laatste opvatting werd en wordt ook nu nog ingebracht tegen de seksuele hervorming in het algemeen of de NVSH in het bijzonder. “Er is toch niets meer te hervormen op seksueel gebied?” zegt iemand dan.

Tegenstroomtegenstroom

Er is ook een tegenstroom geweest. De familie is natuurlijk nooit echt weg geweest, alleen even heftig bekritiseerd en toen doodgezwegen. Vanuit conservatieve kring werd zowel de kritiek op het gezin als de onderbelichting bestreden, en dat gebeurde steeds krachtiger en met steeds meer succes, ook op politiek niveau, waar het CDA weer ging inzetten op het gezin in het kader van ‘waarden en normen’. De Edmund Burke Stichting, die achter de nieuwe rechtse partij van Wilders staat, heeft vanaf haar oprichting de ‘familie’ centraal gesteld. Evenzeer hebben pedagogen en psychologen, en maatschappelijk werkenden, iedereen die met gezinsproblemen te maken had, steeds meer op het belang van een goed gezinsleven gewezen. En dat ging dan weer automatisch samen met het steeds feller veroordelen van ’slechte’ gezinnen, waar mishandelling van vrouwen en kinderen opnieuw als maatschappelijk kwaad op de agenda kwam.

Omkering

het geloofDe maatschappijkritiek werd dus omgekeerd: niet het gezin maar het uiteenvallen van het gezin, zei men, was de schuld van vrouwenonderdrukking en kinderleed, eenzaamheid, drugsverslaving, zelfmoord, prostitutie, individualisme en egoïsme, seksuele wantoestanden, criminaliteit en onveiligheid, het uiteenvallen van de maatschappelijke samenhang. De restauratie van de gezinswaarden, de ‘familie values’, vormde het fundament van het nieuwe conservatisme van onze tijd, en past ook wonderwel bij het anti-islamgevoel. Vrouwen- en kindermishandeling, bijvoorbeeld, worden verklaard uit de patriarchale verhoudingen van de religie, waar God een man is en vader de baas en eerwraak een heilige plicht. Het nieuwe rechtse denken richt deze kritiek vanuit etnische motieven op de islam. Die wordt dan dus geassocieerd met ‘slechte’ gezinnen. Terwijl de islamitische gelovigen nu juist van hun geestelijke leiders te horen krijgen dat de familie de allerhoogste waarde vertegenwoordigt, en dat juist de Westerse cultuur met z’n seksuele rolverwarring, losse gezinsmoraal, echtscheidingen, ongehuwd samenwonen, overspel, seksuele afwijkingen, openbare pornografie en prostitutie de verloedering van de man, de minachting voor de vrouw en het misbruik van kinderen op zijn geweten heeft.

Onderzoek

Zo’n klimaat vraagt om onderzoek. En dat is nu grootschalig en verricht in het NKPS (Netherlands Kinship Panel Study) onder leiding van hoogleraren van de Universiteiten van Amsterdam, Utrecht en Tilburg, en met medewerking van het Nidi, het instituut voor bevolkingsonderzoek in Den Haag. Volgens het rapport is de familiestructuur in Nederland lang niet zo erg veranderd als wel eens wordt gezegd.
Familiebanden zijn nog steeds hecht, 90% van de ondervraagden vindt het contact met de familie zelfs goed. Het zijn nog steeds de dochters en de moeders die elkaar minstens één keer per week zien en de familieteugels in handen hebben. Men woont nog steeds niet meer dan 30 kilometer bij elkaar uit de buurt, men viert Kerstmis en Offerfeest samen.
Bijna iedereen heeft alleen kinderen bij één partner. Ouders en kinderen tussen 18 en 30 jaar helpen elkaar financieel, met klussen, in de huishouding en met de zorg voor kinderen en zieken. De minder leuke dingen zijn ook niet verdwenen: er zijn nog steeds ‘zwarte schapen’, die aan het kortste eind trekken, zoals de ongehuwde moeders. Hechte familiebanden en maatschappelijk succes gaan ook nog steeds hand in hand.

Allochtonen

In de vergelijking tussen autochtonen en allochtonen blijkt dat de laatsten nog hechtere familiebanden hebben. Dat je altijd op familieleden moet kunnen rekenen, dat je zelfs voor ze moet zorgen ook al vind je ze niet aardig, dat kinderen voor hun zieke ouders moeten zorgen en dat bejaarde ouders bij hun kinderen moeten kunnen inwonen, dit soort vragen scoort twee tot acht keer zo hoog bij allochtonen als bij autochtonen, waarbij Marokkanen en Turken dan nog weer bovenaan staan. Kortom, de familienetwerken zijn even krachtig als vroeger. Er zijn uiteraard wel kleine verschuivingen. Zo zijn de informele relaties toegenomen door samenwonen en scheiding, waardoor familienetwerken complexer zijn geworden. Bij 20% van de Nederlanders komt de burgerlijke staat en de feitelijke partnerrelatie niet overeen.

Ander onderzoek

Wat is nu het verschil tussen dit onderzoek en de statistieken die al jaar en dag worden bijgehouden door het Centraal Bureau voor de Statistiek en ander bevolkingsonderzoek? Een voorbeeld kan dat duidelijk maken: Uit de statistiek van het CBS blijkt dat één op de drie huwelijken in echtscheiding eindigt. Dat vinden we veel (waarbij de een dan een nieuwe ‘trend’ ziet en de ander een dreigende maatschappelijke ontwrichting). Bij dit nieuwe NKPS-onderzoek, dat niet uitgaat van statistische gegevens over individuele gebeurtenissen, maar over hoe mensen zeggen dat ze hun familie ervaren, blijkt dat slechts één op de negen mensen in zijn leven een echtscheiding meemaakt. En dat vinden we niet zo veel, dus is er ook veel minder reden tot verontrusting of opgetogenheid over onze moderne wereld. Dit is natuurlijk ook een voorbeeld van hoe zich verschuivingen voordoen in de sociale wetenschap zelf. Dit onderzoek zal ook nog vervolgd worden op deelterreinen, bijvoorbeeld om te kijken naar verschillen en overeenkomsten tussen ongehuwde en gehuwde relaties.

Beperking

Het valt wel te voorspellen dat de familie het nog lang zal volhouden, en dat er dus voorlopig nog alleen kleine verschuivingen zullen zijn. De familie gaat heel ver terug, zit heel diep en heeft meer maatschappelijke betekenis dan sociologisch onderzoek kan of mag zeggen.
De beperking van dit onderzoek is dus dat het binnen de familie blijft. Net als in de film en in het dagelijkse gesprek wordt ook in dit onderzoek de familie als min of meer apart gezien van wat er verder in de wereld gebeurt. De familieband lijkt een overwegend goede en veilige, behulpzame en liefdevolle levenssfeer te zijn die zich ophoudt te midden van een ‘buiten’wereld van onveiligheid, gevaar, criminaliteit, macht, racisme, uitbuiting, vervuiling, krankzinnigheid, geldbejag, milieuvervuiling en oorlog.

Fundamenthet gezin

Maar feit is natuurlijk dat de familie evengoed het fundament is van al die kwalijke zaken als van de goede. En dat is niet zo moeilijk in te zien. De familie is overal primair een overlevingsmachine. Voor het gezin doen we alles, slaven en sloven, plunderen en roven, liegen en bedriegen, bossen kappen en zeeën leegvissen. De familie als instituut is asociaal. Al die losse families, die alleen of voornamelijk banden met zichzelf onderhouden, blijven de wereld gevangen houden in een tamelijk primitief strijdtoneel waar onrecht en oorlog onlosmakelijk deel van uitmaken. Maar een grootschalig gesubsidieerd en wetenschappelijk verantwoord onderzoek naar dat verband zal nog wel even op zich laten wachten.

Dik Brummel

Artikel in andere taal lezen?

Duits

Gegevens voor dit artikel zijn ontleend aan ‘Demos’, december 2004. Zie ook www.nidi.nl.

Zie ook:
toekomst van het gezin (familie)