seksentaal 

seks en taalEen van de vaardigheden die als wezenlijk voor de mens worden beschouwd is de taal. De hele cultuur, het onderwijs, de filosofie, de communicatie, kortom alles wat met de menselijke ‘geest’ wordt geassocieerd, draait rond het denken en de taal.

Taal als laatste strohalm

De taal lijkt nog de laatste strohalm om de mens als een apart ‘geestelijk’ wezen te zien. Echter, met name in de laatste honderd jaar werd dit beeld steeds minder houdbaar, vooral door de bestudering van het gedrag van andere dieren (vroeger zou het woord ‘andere’ hier niet gestaan hebben). Het idee dat dieren alleen maar ‘instincten’ hebben, en de mens daarenboven ook nog een hoger geplaatste ‘geest’, speelde een enorme rol in de opvoeding, de moraal, het strafrecht, enzovoort. In feite is dat nog steeds het geval. Aan de universiteiten (en dus ook op hbo en mbo en vo niveau) wordt nog steeds geleerd dat de mens een lichaam en een geest heeft. De taal wordt daarbij gezien als een product van de ‘geest’. Die zou uniek zijn voor de mens, samenhangen met bewustzijn en vrije wil.

Ook andere dieren leren taal seks en taal

Maar ook andere dieren blijken taal te kunnen leren, zij het op eenvoudig niveau. Het werd steeds duidelijker dat mensen als kind onder bepaalde omstandigheden hun opvoederstaal leren. De taal is er dus niet ineens kant en klaar, net zo min als de mens er ooit ineens kant en klaar was. Alles is gegroeid en ontwikkeld, en daarbij is nooit sprake van volmaaktheid. Onze talen zijn voortgekomen uit oudere talen, die tot 10.000 jaar terug zijn getraceerd. Voor die tijd moet er een langdurige ontwikkeling van het taalvermogen zijn geweest, te beginnen bij de mensachtigen van een miljoen jaar geleden.

Communicatiesignalen

seks en taalGebaren en geluiden als communicatiesignalen bij waarschuwingen, liefkozingen, het aangeven van rangen macht, het vleien en uitschelden en straffen liggen duidelijk ten grondslag aan ons dagelijkse taalgebruik. Willen we taal echt begrijpen, dan moeten we daar dus ook van uitgaan en niet van dat eneprocent waarheidsgebonden en objectief taalgebruik (dat overigens een geweldige sprong voorwaarts betekende voor de menselijke soort en ten dele ons evolutionaire succes verklaart).
Nog een relativerende opmerking is dat de taalontwikkeling ook grote individuele verschillen vertoont, als gevolg van de stimuli die in de kindertijd zijn gegeven. Kinderen die opgroeien in een taalarme omgeving hebben meestal zelf ook een taalachterstand.

Denken en taal

Een ander punt is, dat het denken zelf, dus ook het wereldbeeld, door de taal wordt beïnvloed. Het hele idee van een absolute geest die de mens in absolute waarheden toespreekt over hoe de wereld in elkaar zit, over wat er achter de verschijnselen bestaat, over wat goed is en kwaad is, enzovoort, werd dan ook sterk gerelativeerd. Het staat vast dat taal het enige instrument is om objectieve beweringen te doen en theorieën over de wereld om ons heen op te stellen, maar het overgrote deel van ons dagelijks gebruik van taal staat in dienst van het overleven.

Seksuele taal

De taal is seksueel in de zin dat het geslacht een systematische rol speelt in de grammatica (het systeem van regels voor het vormen van woorden en zinnen) en semantiek (het systeem van betekenisgeving). Gesproken talen verschillen dan in de mate waarin het seksuele tot uitdrukking komt. Zelfstandige en bijvoeglijke naamwoorden zijn de meest voorkomende dragers van de boodschap dat er twee geslachten zijn. De taal is openbaar, en de vanzelfsprekendheid van het geslachtelijke wordt dus dagelijks ontelbare malen in het publieke domein geleerd en bevestigd.

Geslachtsaanduiding in de taal seks en taal

De aanduiding van het geslacht vindt plaats via eigennamen (Bob, Mary) en uitgangen. We associëren in Europese talen o met het mannelijke en a met het vrouwelijk. In het Nederlands is -ster een levend achtervoegsel dat de vrouwelijke vorm van mannelijke woorden aangeeft (naaister, volleybalster). Andere suffixen zijn: -in (koningin) -esse (secretaresse), -e (psychologe), -trix (rectrix), -ice (inspectrice).
Verder zijn er aparte woorden die het geslacht in zich dragen: man/vrouw, zoon/dochter, nicht/neef, zus/broer, oom/tante, vader/moeder. Deze seksuele benaming is kenmerkend voor familiebanden. Het leren van de taal in de kindertijd is dus ook het leren van de familiestructuur die het persoonlijke en maatschappelijke leven doordrenkt.

Taboe en taal

De taal die betrekking heeft op het seksuele in engere zin, op lustgevoelens, fantasieën, de geslachtsorganen en hun functie e.d., heeft een taboe karakter, d.w.z. dat iedereen weet dat ze bestaat, maar het uitspreken ervan is gebonden aan bepaalde, soms streng omschreven condities. In het dagelijkse leven is de ‘seks’ in de taal meestal net zo vanzelfsprekend verborgen als de seksorganen onder een kledingstuk, ook als dat niet nodig is. Veel seksuele woorden hebben onmiddellijk een krachtig effect en brengen ons in een bepaalde toestand. Denk aan woorden als incestverkrachtingpedofilie, seksueel misbruik, kinderpornografie, waar weinig mensen gewoon over kunnen praten, zoals ze dat wel doen over verkeersongelukken, oorlog, aanslagen, moord en doodslag. Hetzelfde was vroeger ook het geval met homofiel, neuken, aftrekken, anticonceptieabortuspijpen, beffen, die nu iets makkelijker in de mond liggen.

Lichaam en geest

Er is nog een aspect van taal dat met het seksuele samenhangt, namelijk het onderscheid tussen ‘lichaam en geest’. De geest wordt dan geassocieerd met de taal, terwijl het seksuele juist lichamelijk zou zijn. Het onderscheid tussen lichaam en geest berust op een oud misverstand, maar algemeen beschouwen mensen ‘neuken’ bijvoorbeeld als iets ‘lichamelijks’ en ‘praten’ als iets ‘geestelijks’, terwijl daar bij enig nadenken natuurlijk niets van klopt.

Het mythische aspect van taal

seks en taalDan is er nog een seksueel aspect van taal dat het ‘mythische’ genoemd kan worden. Verhalen die verteld worden (in woord of geschrift, op de tv, via internet en i-mode) passen bijna altijd binnen grotere verhalen, die weer gebaseerd zijn op ideeën over hoe de wereld in elkaar zit, over goed en kwaad. Die verhalen blijken in de meeste gevallen binnen het raamwerk van het seksuele systeem geplaatst te kunnen worden. Van Homerus en Sophocles en de Bijbel tot de grote romans en de soapseries van onze tijd gaat het om familieverhoudingen, conflicten tussen familieleden, gevaren die de familieband bedreigen, partnerkeuzeproblemen, seksuele angsten, jaloeziezwangerschap, enzovoort. De familie is als het ware de alomvattende mythe, het thema dat ontelbare variaties creëert. De seksuele orde wordt door deze mythologie in stand gehouden. Maar omdat geen enkel systeem gesloten is, schept de mythologie ook mogelijkheden om de orde juist te doorbreken, omdat zij die immers voor de goede verstaander duidelijk uitbeeldt. De goede verstaander is dan iemand die de mythologie kan onderscheiden van de werkelijkheid.

Artikel in andere taal lezen?

Engels

Duits

Frans